Bijbellezing (9e preek, Lessen uit het leven van Jozef)
Zingen: Psalm 34 : 5
Dordtse Leerregels, hfdst. 5, par. 3 en 4
Zingen: Het gebed des Heeren : 7
Schriftlezing: Genesis 42 : 1 – 21
Zingen: Psalm 107 : 3 en 5
Zingen: Psalm 89 : 4 en 14
Zingen: Psalm 142 : 7
’Tien broers’.
1) vertrokken naar Egypte (vers 1-5)
2) gebogen voor Jozef (vers 6-17)
3) bearbeid door God (vers 18-21)
Vragen voor onze kinderen en jongeren:
1.Welke grote nood is er in het gezin van Jakob?
2.Waarom gaan de broers van Jozef niet onmiddellijk naar Egypte en moet hun vader ze aansporen?
3.Welke geestelijke lijn loopt er van de honger bij de broers en het koren in Egypte?
4.Wie mag niet mee op reis naar Egypte en waarom niet?
5.Waarom herkent Jozef zijn broers wel en herkennen de broers Jozef niet?
6.Welke droom komt nu uit?
7.Waarom spreekt Jozef in de Egyptische taal en gebruikt hij allemaal van die harde woorden?
8.Wat leren we uit die woorden ‘wij zijn vroom’ van de broers? Gaat het zo ook in de waarachtige bekering?
9.Welke heerlijke informatie krijgt Jozef over zijn vader en broer?
10.Op welke manier werden de broers bearbeid door God (in de schuld gebracht)? Is dat in jouw leven al gebeurd?