Liturgie DV zondag 31 augustus

Morgendienst, seriepreek 1 ‘Momenten uit het leven van David’

 

Zingen:            Psalm         33 : 6

Zingen: 10 geb. des Heeren : 1 en 6

Schriftlezing: 1 Samuël    16 : 1 – 13

Zingen:            Psalm       139 : 4, 7, 8 en 14

Zingen:            Psalm         25 : 2 en 7

Zingen:            Psalm         89 : 9

 

‘Een onverwacht koningskind’.  

1) wat Samuël ziet (vers 6)

2) wat David ziet (vers 11)  

3) wat de Heere ziet (vers 7b)

 

Vragen voor onze kinderen en jongeren:

1.Welke vraag stelt de Heere aan Samuël?

2.Waarover dragen mensen vandaag ‘leed’? Wie kan daarin troosten?

3.Welke opdracht krijgt Samuël en waarom doet hij het in het geheim?

4.Wat is het verschil tussen een ‘oliekruikje’ en een ‘hoorn’?

5.Waarom beven de oudsten van Bethlehem als de profeet komt?

6.Wat ziet Samuël als de eerste zeven zonen binnenkomen?

7.Wat weet je van David en van zijn vader en moeder?

8.Waarom wordt David gezalfd tot koning? Wat zag de Heere in het hart van David?

9.Welke lessen liggen er voor jou in die woorden ‘de HEERE ziet het hart aan’?

10.Kun je een paar dingen noemen waarin David ‘een beetje lijkt’ op de Heere Jezus?           

 

Middagdienst, Heidelbergse Catechismus, zondag 6

 

Zingen:                         Psalm      2 : 6

Zingen:                         Psalm      2 : 7

Schriftlezing:            Johannes  1 : 29 – 52 

Zingen:                        Psalm   118 : 7, 13 en 14  

Zingen:                        Psalm   138 : 1

Zingen:                        Psalm    89 : 8

 

‘Een gepaste Middelaar’

1) twee Naturen (vr./ant.16 en 17)

2) drie Namen (vr./ant. 18)

3) zes-en-zestig Boeken (vr./ant. 19)

 

Vragen voor onze kinderen en jongeren:

1.Over welke twee naturen van de Middelaar gaat het?

2.Waarom moet de Middelaar echt mens zijn en rechtvaardig mens zijn?

3.En waarom moet Hij tegelijk God zijn?

4.Kun je het voorbeeld navertellen?

4.Wat is de ‘last van de toorn van God’? Denk jij daar wel eens aan?

5.Wat is het verschil tussen ‘verwerven’ en ‘wedergeven’?

6.In vraag 18 komt het ‘verlossende’ antwoord; kun je het met eigen woorden zeggen?

7.Welke drie Namen krijgt de Middelaar?

8.Hoe wordt nu een ware gelovige aan Deze Middelaar verbonden?

9.En welke vier zaken heeft Deze Middelaar voor Zijn kinderen?

10.Wat bedoelen we met de zes-en-zestig Boeken? Welke plaats hebben die in jouw leven?