Morgendienst/ bediening Heilige Doop en 1e lijdenszondag
Zingen: Psalm 25 : 2
Zingen: Psalm 59 : 1
Schriftlezing Leviticus 4 : 27 – 35
Zingen (binnendragen) ps 105 : 5, (na doop) ps 134 : 3
Zingen: Psalm 103 : 5, 6 en 7
Zingen: Psalm 65 : 2
‘Tot zonde gemaakt’.
1) de aanleiding tot het zondoffer (vs 27, 28a)
2) de handeling bij het zondoffer (vs 28b-31a)
3) de vergeving door het zondoffer (vs 31b)
Vragen voor onze kinderen en jongeren:
1.Met welke vraag begint de preek? En wat is jouw antwoord?
2.Wat betekent: door afdwaling gezondigd?
3.Hoe wordt de zonde ‘bekend gemaakt’?
4.Waarom gaat het zo vaak in de Bijbel (en de preek) over zonde?
5.Leg uit: ‘het gaat niet om afrekening maar om verzoening’.
6.Welk offerdier was er nodig en op Wie wijst dit dier?
7.Wat moest de offeraar/ zondaar doen? Hoe gaat dat vandaag in het leven van een zondaar die God nodig krijgt?
8.Kun je het verhaal van de Arabier ‘die het recept op ging eten’ navertellen?
9.Welke handelingen verrichtte de priester? Kun je ook vertellen wat het steeds betekent?
10.Heb jij al een zondoffer gebracht? Wat hoor je over de vergeving door de Heere Jezus?
Middagdienst, leerdienst Dordtse Leerregels (V, 8)
Zingen: Psalm 91 : 1
Zingen: Psalm 121 : 2
Schriftlezing: Genesis 19 : 1 – 29
Zingen: Psalm 83 : 1, 3, 9 en 10
Zingen: Psalm 135 : 2 en 3
Zingen: Psalm 3 : 4
‘Bewaring door genadige barmhartigheid’.
1) de verkiezing van God de Vader (Alzo…herroepen)
2) de verlossing van God de Zoon (noch…gemaakt)
3) de verzegeling van God de Heilige Geest (noch …worden)
Vragen voor onze kinderen en jongeren:
1.Waarover gaat het steeds in hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels?
2.Kun je het voorbeeld van Lot navertellen? Waarom was hij toch gelukkig?
3.Wat ‘verkrijgen’ al Gods kinderen?
4.Waardoor verkrijgen zij dit niet (2 dingen uit paragraaf 8)?
5.Waardoor verkrijgen zij dit wel (het thema van de preek)?
6.Welke (2) vreselijke dingen zouden er zeker gebeuren als de Heere Zijn kinderen niet bewaart?
7.Wat is de betekenis van het woordje ‘noch’ dat 5 keer gebruikt wordt?
8.Wat hoor je over het werk van God de Vader?
9.En wat over het werk van God de Zoon?
10.En ten slotte, wat over het werk van God de Heilige Geest?