Morgendienst, de geestelijke wapenrusting (3)
Zingen: Psalm 25 : 2
Zingen: Psalm 119 : 88
Schriftlezing: Efeze 5 : 1 – 21
Zingen: Psalm 57 : 1, 2, 5 en 7
Zingen: Psalm 86 : 6
Zingen: Psalm 17 : 4
Efeze 6 vers 14a
‘Een krijgsknecht van Jezus Christus’.
1) een staande krijgsknecht (Staat dan)
2) een omgorde krijgsknecht (uw lendenen omgord hebbende)
3) een krachtige krijgsknecht (met de waarheid)
Vragen voor onze kinderen en jongeren:
1.Hoe kwam een Romeinse soldaat aan zijn wapenrusting?
2.Wat is het grote verschil met de ‘geestelijke’ wapenrusting?
3.Wat is de betekenis van Romeinen 13 vers 14: ‘doet aan de Heere Jezus Christus’?
4.Welke diepe betekenis ligt er achter de oproep ‘staat dan’?
5.Kan een geestelijk dode ‘staan’? Wat moet er dan gebeuren?
6.’Staan’ Gods kinderen altijd? Kun je het Bijbelse voorbeeld navertellen?
7.Is er een volgorde in het aantrekken van de geestelijke wapenrusting?
8.Wat is de functie van de gordel?
9.En waarom gaat het over de gordel ‘van de waarheid’?
10.Wie is dé ‘Waarheid’? Zoek jij al naar ‘waarheid in het binnenste’ en Deze Zaligmaker?
Middagdienst, leerdienst Dordtse Leerregels II, par. 8 en 9
Zingen: Psalm 33 : 1
Zingen: Psalm 31 : 12
Schriftlezing: Johannes 10 : 1 – 18
Zingen: Psalm 48 : 1, 4 en 6
Zingen: Psalm 116 : 1 en 11
Zingen: Psalm 144 : 7
‘Toegebracht en thuisgebracht’.
1) naar de wil van de Vader (par. 8a)
2) door de gaven van de Geest (par. 8c)
3) om het werk van de Zoon (par. 8b en d)
4) tot vreugde van de Kerk (par. 9)
Vragen voor onze kinderen en jongeren:
1.Wat wil dat zeggen: de vrije raad en de genadige wil van God de Vader?
2.Uit welke zin komt de bekende uitdrukking ‘die allen en die alleen’? En wie worden er dan aangewezen?
3.Wat beweerden de Remonstranten en waarom zijn onze vaderen dan zo heel scherp in hun woorden in de verwerping der dwalingen?
4.Twee keer wijst paragraaf 8 aan ‘hoe een zondaar aan het geloof komt’; welk woord gebruiken ze daar twee keer voor?
5.Wie is de ‘Werkmeester’ van het geloof?
6.Wie heeft de gave van het geloof en andere gaven verdiend?
7.Welke drie heerlijke zaken worden genoemd die Jezus doet voor de Zijnen?
8.Wat bedoelen onze vaderen met de ‘poorten der hel’?
9.Gods kinderen doen drie dingen (slot par. 9); welke drie?
10.Er zal altijd een Kerk van ware gelovigen zijn; verlang jij ernaar om bij die Kerk te horen? Wat moet je doen?

