liturgie DV dankdag

Morgendienst

 

Zingen:            Psalm      136 : 1 en 26

Lezen:              geloofsbelijdenis van Athanasius (eerste deel 1 – 24)

Zingen:            Psalm      135 : 3

Schriftlezing: Psalm      147   

Zingen:            Psalm      147 : 2, 4 en 5

Zingen:          Psalm       51 : 8 en 9  

Zingen:            Psalm      147 : 10

 

‘Zingen voor de Schepper’.

 1) Die geeft (vs 8/9a)

 2) Die hoort (vs 9b)

 3) Die geneest (vs 3)

 

Vragen voor onze kinderen en jongeren:

1.Leg uit: “We bevinden ons met Psalm 147 onder de Hallelujah’s”.

2.Wat betekent dat woord en wat is het eigenlijk?

3.Welke drie ‘delen’ of ‘coupletten’ kent deze Psalm?

4.Wie is de dichter van deze Psalm?

5.Waarvoor dankt de dichter de HEERE in vers 8 en 9a?

6.Hoe heeft de HEERE in de achterliggende tijd voor jou gezorgd?

7.Wat lezen we van de jonge raven?

8.Welke betekenis heeft vers 9b voor ons?

9.Wie wil de HEERE genezen en verbinden?

10.Wat is een ‘gebroken’ hart? Heb jij dat en waarom is dat nodig?

 

Middagdienst

 

Zingen:             Psalm      40 : 2

Lezen:              Geloofsbelijdenis van Athanasius (tweede deel)

Zingen:             Avondzang   : 7

Schriftlezing: 1 Thessalonicenzen 5 : 12 – 28 //  

Zingen:             Psalm    138 : 1 en 3

Zingen:   Gebed des Heeren : 4 en 9

Zingen:             Psalm      32 : 6

 

‘Dankdag-leven’

 1) op alle wegen (Dankt God in alles)

 2) naar Gods wil  (want dat is de wil Gods)  

 3) in Christus’ werk (in Christus Jezus over u) 

 

Vragen voor onze kinderen en jongeren:

1.Wie schreef de brief aan de Thessalonicenzen en waarom?

2.Hoe heeft Paulus vroeger ‘gedankt’ en hoe ‘danken’ veel mensen?

3.Leg uit: ‘Danken begint met denken en het tegenovergestelde is vergeten’.

4.Waarom begint de echte danktoon met een klacht over onszelf?

5.Welke bekende zin uit het Avondmaalsformulier zegt dat ook?

6.Wat is het verschil tussen danken ‘voor’ alles en danken ‘in’ alles?

7.Kun je de voorbeelden noemen van een kind van God die dankt ‘in’ alles?

8.En hoe heeft Paulus in zijn eigen leven na zijn bekering het voorbeeld gegeven?

9.Waarom staat er ‘de wil van God’? Kun je het voorbeeld van de tien melaatsen hierbij terug-vertellen?

10.Waarom kan echt danken nooit zonder de Heere Jezus?