D.V. Zondag 29 december

Morgendienst, leerdienst Dordtse Leerregels V, 1 en 2

 

Zingen:                         Psalm      51 : 6

Zingen:                         Psalm      37 : 19

Schriftlezing:                1 Petrus    1

Zingen:          Gebed des Heeren : 6, 7, 8, 9 en 10  

Zingen:                        Psalm    138 : 4   

Zingen:                        Psalm      43 : 4

 

‘Zondaar geworden en gebleven’.    

1) wat de ontdekte zondaar weet (1a Die God…zonde)

2) wat de ontdekte zondaar mist (1b doch…zonde)

3) wat de ontdekte zondaar ervaart (2a Hieruit…gebreken)

4) wat de ontdekte zondaar beoefent (2b Hetwelk…zuchten)

5) wat de ontdekte zondaar begeert (2c totdat…regeren)

 

Vragen voor onze kinderen en jongeren:

1.Kan iemand waarin de Heere echt gewerkt heeft, afvallen en verloren gaan?

2.Waarom spreken we over een ‘ontdekte’ zondaar?

3.Wat weet een ontdekte zondaar?

4.Wat mist een ontdekte zondaar?

5.Over welke zonden spreekt paragraaf 2? Kun je voorbeelden noemen?

6.Kun je het verhaaltje over ‘genegenheid en gelegenheid’ navertellen?

7.Welke vier werkzaamheden lezen we van een echte christen?

8.Begrijp je nu waarom Gods kinderen op aarde vaak ‘tobben’?

9.Herken jij iets van de vier dingen (uit vraag 7) in jouw leven?

10.Welk uitzicht heeft een ware pelgrim?

 

 

Middagdienst

Zingen:           Psalm 106:2 en 3

Zingen:           Lofzang van Maria:3

Schriftlezing: Openbaring 12

Zingen:           Psalm 72:2, 4 en 10

Zingen:           Psalm 135:3 en 8

Zingen:           Psalm 106:26

 

Tekst: Openbaring 12:4b en 5

 

Thema: Een Zoon is ons geboren

1. De vrouw die Hem baarde

2. De draak die Hem zocht te verslinden

3. De overwinning die Hij behaalde.

 

Vragen voor kinderen en jongeren:

Vragen voor kinderen en jongeren:

1. De vrouw die baren zou. Wie wordt met deze vrouw bedoeld?

2. Waarom wordt het Kind ‘haar Kind’ genoemd?

3. Is het woordje ‘mannelijke’ niet overbodig? Een Zoon is toch van het mannelijk geslacht?

4. Waar kun je in de Bijbel voor het eerst lezen over de strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad?

5. Kun je in het Oude Testament plaatsen aanwijzen waar die strijd wel in het bijzonder aan de orde was?

6. Wat doet de duivel om een mens van de Heere vandaan te houden?

7. Herken je dat ook in je eigen leven?

8. De heidenen hoeden met een ijzeren roede. Wat betekent dat?

9. Zie je ernaar uit dat je het Kind van Bethlehem mag kennen?

10. Waarom wordt het Kind weggerukt tot God en Zijn troon?